Server vs desktop
Waarom een desktop- of een serverexemplaar kiezen om je machine virtueel te draaien. Dit is een lastige vraag die en iedereen kan hier zijn mening op loslaten, maar ik ga hier een paar feiten opnoemen en uiteraard ook wat meningen.Een serverversie van virtualisatiesoftware heeft vaak als doel om meerdere besturingssystemen te koppelen, maar dit kan de desktopversie ook. Vaak kiest men ervoor om serverbesturingssystemen virtueel te draaien of desktopbesturingssystemen die continu moeten blijven draaien. Je kunt ook als doel hebben om je servers gemakkelijk van elkaar gescheiden te houden door middel van een apart netwerk, zodat deze servers niet met elkaar kunnen communiceren. Een VLAN is een ‘apart’ stukje netwerk om het zo simpel op te noemen. Je kunt hiervoor uiteraard een aantal hardwarematige servers neerzetten en dit regelen met een dure router.
Wat je ook steeds vaker in het bedrijfsleven ziet met betrekking tot virtuele servers is kostenbesparing. Eén hele snelle hardwarematige server neerzetten is goedkoper dan tien losse langzamere servers die regelmatig niks aan het doen zijn. De kosten die bespaard worden zijn dan aanschaf, stroomkosten en de kosten om de server te plaatsen (ruimte). Je bespaart hier dus ook het milieu mee. Door middel van snapshots kun je ook sneller een besturingssysteem herstellen. De desktopversies van virtualisatieprogramma’s zijn in mijn ogen vooral bedoeld voor testwerk. Je kunt met de desktopversies snel en gemakkelijk vanaf je eigen pc in de tijd teruggaan. Je hebt dan geen hulp nodig van de systeembeheerder, want er hoeft op de server geen snapshot teruggezet te worden. Je hebt met de desktopversie altijd de controle over de resources van het pakket aangezien je het virtualisatieprogramma niet hoeft te delen met eventuele medegebruikers.
De desktopversies maken het ook mogelijk om eenvoudig software te draaien die je standaardbesturingssysteem niet ondersteunt. Zo kan je dus vanuit Linux met je virtuele pc werken met Windows-software.