Review: Fedora 9 ‘Sulphur’

De installatie in een notendop

Er wordt vaak geroepen dat installatie-dvd’s zoals Fedora aanbiedt, geschikt is voor ervaren Linux-gebruikers. Maar is dat nu ook zo? Qua tijd en aandacht zal het inderdaad meer inzet vergen van de gebruiker, maar de installatie is dan ook prima aan te passen naar de persoonlijke voorkeuren. Weet je niets van het installeren van Linux af, dan is het stappenplan goed te doorlopen, hoewel een beginner niet altijd goed weet waarmee hij bezig is. Een duidelijk minpunt aan de installatie is de gebrekkige uitleg bij elke stap. Er is geen help-menu of contextmenu (zoals dit bij SUSE wel excellent aanwezig is) om informatie te verstrekken. Heel karig worden er pointer-tips gegeven. Daarmee is het voor een beginner niet uitnodigend om eens kalm de meer geavanceerde instellingen te bekijken.

Met betrekking tot het installeren van software, bieden de standaardopties een leuk overzicht van wat mogelijk is. Het is mogelijk om het softwarepakket al tijdens de installatie te wijzigen, maar dat is af te raden, tenzij hiervoor dringende redenen voor zijn (bijvoorbeeld drivers voor hardware). In een herkenbare omgeving, die sterk op ‘pirut’ (de packagemanager van de voorgaande edities) lijkt, kunnen softwarepakketten toegevoegd worden.

Maar met een standaardinstallatie is het softwarepakket altijd later nog aan te passen met een geschiktere packagemanager, waarin wel een zoekfunctie aanwezig is. Na de softwarekeuze kan er rustig een kop koffie gedronken worden. Het systeem wordt geïnstalleerd. Als alles eenmaal op de harde schijf staat, zal de pc herstarten. Het programma ‘firstboot’ zal dan gestart worden om het systeem te initialiseren. Tot slot kan er ingelogd worden en begint de sessie. Er wordt geen welkomscherm getoond of iets dergelijks; de gebruiker mag het vanaf hier zelf ontdekken.

Review: Fedora 9 ‘Sulphur’
Na de licentieovereenkomst goedgekeurd te hebben, wordt er een gebruiker aangemaakt en de tijd ingesteld. Voor de ontwikkeling van Fedora wordt vervolgens een optie gegeven om met ‘smolt’ het hardwareprofiel door te sturen naar Fedora. En de installatie is afgerond!

Samenvattend is de installatie eenvoudig te noemen; het stappenplan vraagt per stap korte instructies, terwijl de geavanceerde menu’s bieden de mogelijkheid om het systeem softwarematig compleet naar wens aan te passen. Een groot minpunt is de gebrekkige (hulp)informatie in de eerste fase van de installatie, wat ten koste gaat van de overzichtelijkheid. Een ander gemis is een overzicht van de instellingen van de hardware.

Installatie-highlights


Bij het booten wordt er een scherm geopend met verschillende opties. De installatie-optie wordt standaard gestart. Vervolgens wordt om de taal voor de installatie gevraagd en de bijbehorende toetsenbord-indeling. De installer biedt ook de mogelijkheid om je dvd te laten checken op fouten.
Vanaf dit punt wordt de grafische installatie-interface geïnitieerd. Anaconda is al tijdens de installatiemanager van Red Hat / Fedora en vaak ook een bron van ergernis bij de gebruikers. De developers houden echter vast aan Anaconda en ook in Fedora 9 zijn er een aantal verbeteringen doorgevoerd.

Voor de geavanceerde gebruiker waren er altijd verschillende iso-bestanden beschikbaar met verschillende doeleinden (netwerkinstallatie, rescue, boot, etc.). Men heeft Anaconda zodanig kunnen configureren dat dit is teruggebracht naar één centrale iso: boot.iso.

Bij de volgende stap wordt al het netwerk geconfigureerd en daarna volgt de tijd- en locatie-instellingen. Na het instellen van root-wachtwoord (waarbij de gebruiker gewaarschuwd wordt bij een ‘zwak wachtwoord’), volgt de partitionering. De partitionering kan volledig naar wens aangepast worden. De standaard-instellingen zijn te prefereren, maar het aanpassen is goed en overzichtelijk te doen. Naast de ondersteuning voor het aanpassen van NTFS-, ext2- en ext3-partities, is er voor de experts ook ondersteuning voor ext4 (experimenteel) en versleutelde partities.

Review: Fedora 9 ‘Sulphur’
Voordat de eigenlijke installatie start, wordt eerst de bootloader nog ingesteld en de instellingen voor het bestandensysteem uitgevoerd op de pc. De volgende vraag is waarvoor je het systeem eigenlijk wilt installeren. Er is keuze uit grofweg drie installaties (die overigens tegelijkertijd te installeren zijn): kantoor, software-ontwikkeling en server.

Review: Fedora 9 ‘Sulphur’
Dit is vervolgens nog aan te passen naar wens, hoewel het niet aan te raden is om dit bij de installatie al te doen. Als het systeem up and running is, zijn er meer geschikte tools om software te installeren en je systeem naar wens aan te passen.

Review: Fedora 9 ‘Sulphur’
Vanaf dit moment is het achteroverleunen en de pc het werk laten doen: de dependencies worden gecheckt en de installatie wordt gestart… (wachten) …Totdat ‘firstboot’ met de elementaire configuratie van het systeem de installatie afrond.