EU mijlenver van ambities Chips Act: vier keer zoveel capaciteit nodig

EU mijlenver van ambities Chips Act: vier keer zoveel capaciteit nodig

De Europese Rekenkamer (ERK) heeft een tussentijds oordeel geveld over de EU Chips Act. De conclusie: de Europese Unie haalt niet alleen de zelf opgestelde doelen niet, het is maar de vraag of het niet nog verder achter gaat lopen op de steeds zwaardere concurrentie.

Annemie Turtelboom, Lid van de ERK, erkent dat de uitgesproken wens van de Europese Chips Act vanuit een zinvolle redenering vertrekt. Deze wet, opgesteld om de afhankelijkheid van Europa op het gebied van chiptechnologie te vergroten, bevat echter doelstellingen die vele malen te ambitieus zijn.

20 procent? Nee, 11,7 procent

De Europese Commissie heeft al door dat de beoogde 20 procent aan marktaandeel op het gebied van chipproductie verre van gehaald wordt in 2030. In plaats daarvan is de huidige projectie 11,7 procent, nauwelijks een groei ten opzichte van de grofweg 10 procent die de EU representeerde in 2020. Wel dient gezegd te worden dat deze markt groeit, dus stilstand qua productiecapaciteit zou een achteruitgang hebben betekend procentueel.

Dat gezegd hebbende: de EU zit ver weg van de gestelde doelen. Om de EU-cijfers werkelijk op 20 procent van de mondiale productie te krijgen, is er volgens Turtelboom een verviervoudiging (!) nodig van de huidige capaciteit. Aangezien het bouwen van een chipfabriek circa vier jaar kost, zouden er nog veel meer miljarden euro’s in bouwprojecten gestopt moeten worden.

Wie denkt: “wacht eens, we hebben al tientallen miljarden uitgegeven”, maakt een terecht punt. Van 2022 tot 2030 zou er 86 miljard euro worden vrijgemaakt voor Europese chipproductie en andere delen van de waardeketen op het gebied van halfgeleiders. Echter is dit bedrag een schijntje op wereldniveau. Opnieuw is het Turtelboom die hier een saillant detail uit het rapport opmerkt: tussen 2020 en 2023 lag het wereldwijde investeringsniveau in de chipproductie op omgerekend 425 miljard euro. 60 procent van dit bedrag werd uitgegeven aan of door TSMC, Intel en Samsung.

Waar gaat het naartoe?

Turtelboom vervolgt: er is een viertal aan problemen waar de EU Chips Act onder lijdt. Allereerst is er een dataprobleem: de individuele lidstaten bepalen zelf na een toezegging hoe het geld precies wordt uitgegeven. Dit brengt ons tot het tweede punt: dit is geen gelijk speelveld. Volgens de ERK gaat er opzienbarend veel geld naar een klein aantal grote spelers, zoals ASML en niet-Europese spelers zoals Intel en TSMC’s joint venture binnen Europa. Ten derde is de startpositie voor de EU slecht, met zeldzame of onvindbare grondstoffen en hoge energiekosten. Als vierde punt: er is geen impactstudie van eerder (gefaald) beleid gemaakt, waardoor het onduidelijk is wat er precies nodig is om de Europese chipsector te verstevigen.

Dit alles wijst op een systematisch falen van EU-beleid. We vragen aan Turtelboom of dezelfde fundamentele stroperigheid, wisselvalligheid en onduidelijkheid ten grondslag ligt aan andere Europese initiatieven die op losse schroeven staan. Denk hierbij aan batterijproductie of de ontwikkeling van waterstof. Ze erkent dit. Daarbovenop is de concurrentiestrijd moordend, waarbij de VS, Taiwan, Zuid-Korea, Japan en China de voornaamste spelers zijn.

Losgerukt van de realiteit

Turtelboom concludeert: de beloftes zijn “ver losgerukt van de realiteit”. Het betekent dat de toekomst van de Europese chipindustrie op “shaky ground” staat. Wij durven te stellen dat er helemaal geen harde grond te vinden is, maar drijfzand. Wellicht dat de Europese chipsector er beter aan doet om bepaalde competenties te behouden of ontwikkelen, met idealiter een steeds breder ecosysteem eromheen. Zo zitten er rond ASML, Besi en imec talloze kleinere chipspelers of fabrikanten van specialistische materie. Deze vormen elk een essentieel deel van de totale toeleveringsketen van de wereldwijde chipindustrie.

Om dit alles nog duidelijker te maken: er is helemaal geen definitie van een “Europese” chip. In essentie is elke iPhone-SoC en Nvidia-GPU een beetje Europees, immers zijn ze op ASML-machines via Zeiss-lenzen (om maar twee voorbeelden te noemen) gemaakt. Waarschijnlijk in Taiwan, en vele malen met een Amerikaanse vendor als ontwerper. Zo is de EU Chips Act een schot hagel, of een richtingsloos project, waarbij het enige beoordelingspunt, die 20 procent marktaandeel, even reëel was als het willen maken van een volledig Amerikaans geconstrueerde iPhone voor een normale prijs. Net als de VS, China en welk ander land of superstaat dan ook, is de EU gebonden aan deze wereldwijde realiteit.

Lees ook: De EU-droom om geavanceerde chips te bakken spat terecht uiteen