Diverse telecomaanbieders binnen Europa hebben zich verenigd in een lobbygroep. Samen willen ze zorgen dat Chinese aanbieders niet worden verboden. Als Chinese bedrijven om politieke redenen moeten worden gemeden, dan zou dat volgens de lobbygroep grote extra kosten met zich meebrengen. Bovendien zouden upgrades van het netwerk langer op zich laten wachten.
Het gaat om de groep ECTA, de European Competitive Telecommunications Association. Hier zijn onder andere het Duitse 1&1 Drillisch en het Franse Masmovil bij aangesloten, alsook het Chinese Huawei. De groep vindt het niet goed voor de ontwikkeling van het 5G-netwerk om Chinese aanbieders buitenspel te zetten. Zeker niet als het gaat om politieke redenen in plaats van feiten.
De reden dat een aanbieder als Huawei nu her en der wordt verboden is door spionage-aantijgingen vanuit Washington. Huawei zou onder andere banden hebben met de Chinese overheid en informatie doorspelen. Reden voor bijvoorbeeld een land als Frankrijk om te zeggen: geen Huawei-hardware meer binnen ons netwerk.
Ook in België wordt Huawei opzij geschoven. Nokia mag nu de hardware leveren voor het 5G-netwerk van providers Orange en Proximus. De ECTA is het hier niet mee eens, omdat de beslissing niet gestoeld is op feiten. Afgezien van het feit dat dit voor Huawei slecht uitpakt, betekent het verbieden van Chinese leveranciers ook dat de keuze nog maar klein is. Telecombedrijven kunnen nu alleen nog kiezen tussen Nokia, Ericsson en Samsung.
De keuze is niet alleen gelimiteerd. De bedrijven die over zijn moeten ook maar net de capaciteit hebben om alle werkzaamheden uit te voeren. Er klinkt echter ook een ander geluid. Zo zegt industry consultant John Strand tegen Reuters dat de Noorse Telenor, Telia en TDC samen zonder extra kosten de producten van de Chinese aanbieder had vervangen.
Tip: Om China’s werelddominantie te stoppen, moet Huawei kapot