Een Japanse softwaremaker gaat internationaal met zijn browser genaamd Sleipnir en hoopt een marktaandeel van vijf procent in de komende jaren te behalen.
De Sleipnir-browser is erg bekend onder Japanse IT-professionals, vooral vanwege het feit dat de webbrowser erg aanpasbaar is. Zo kan de gebruiker tijdens een sessie kiezen uit de Trident- en de Gecko-renderingengine op basis van welke engine de website het beste weergeeft.
Het wisselen tussen de twee renderingengines afkomstig van respectievelijk Microsoft en Mozilla is zeer eenvoudig en gebeurt via een knop linksboven in het venster. Verder heeft de browser legio plug-ins en skins paraat staan om Sleipnir verder aan te passen.
Fenrir Inc., gevestigd in Osaka, Japan, begon met de ontwikkeling van de webbrowser in 2005 en heeft al lange tijd een Engelse versie naast de Japanse versie beschikbaar gesteld, maar begon pas sinds kort met een internationale promotie omdat daar vraag naar was, aldus Yasuhiro Miki, directeur van Fenrirs overzeese marketingteam.
"We willen ons richten op geavanceerde gebruikers," laat Yasuhiro weten. In de komende jaren hoopt Fenrir haar userbase uit te breiden van 100.000 gebruikers naar zo’n 17 miljoen. Dat komt overeen met een marktaandeel van vijf procent onder de Engels sprekende gebruikers.
Hoewel dit mogelijk erg positief klinkt, heeft de webbrowser in Japan reeds een marktaandeel van negen procent. Er is echter geen onafhankelijke data beschikbaar die deze claim van Fenrir staaft, wel is er pas een onderzoek gedaan onder drieduizend computerprogrammeurs door Nikkei ITpro waaruit bleek dat Fenrir een marktaandeel van zes procent had.
Voor nu hoopt de Japanse softwaremaker de Engelse markt te veroveren, maar later zit er mogelijk ook een campagne in om de Spaanse en Franse markt aan te doen. De browser steekt op dit moment op versie 2.7 en is via deze link te downloaden.
