How to: [C#] Les 2: je eerste C# windows applicatie

De ontwikkelomgeving

De ontwikkeling omgeving voor Windows Applicatie’s

Voor het maken van een Windows Applicatie is het nodig om een ontwerp te maken van de vensters. Daarom is er een Designer tool ingebouwd. We gaan zodadelijk terug naar de C# code. Ik loop daarom eerst door de belangrijkste panelen die er zijn. Je kan dingen verslepen waar je ze het liefst hebt staan. Dit is een kwestie van smaak, en wellicht ook hoeveel ruimte je op je scherm hebt. Je zal merken dat kleine schermen met dergelijke ontwikkelprogramma’s minder lekker werken doordat er meer gescrollt en weggeklikt moet worden.

1. Toolbox
De toolbox wordt gebruikt bij het ontwerpen van de forms (de vensters). Hier in staan alle controls die in een applicatie voor kunnen komen. Dat betreft buttons, labels, tekstboxen, checkboxen en zelfs een ingebouwde webbrowser (op basis van Internet Explorer). De toolbox kan je gewoon gebruiken door bijvoorbeeld op Button te klikken en in het formulier te slepen. Om meteen een aangepaste grootte te nemen kan in plaats van slepen gewoon worden geklikt. Je zult zien dat de cursor verandert in een soort crosshair met een button er onder. Je kan nu een vak slepen ter grootte van de button (of het type wat je sleept).
2. Tabbladen
Wanneer je grotere applicaties gaat bouwen zal het vaker voorkomen dat je meerdere bestanden of vensters gaat maken. Met de tabbladen kan je tussen alles switchen. De Start Page is het begin overzicht waar alle recente projecten staan en andere nieuwtjes. Momenteel staat er Form1.cs met [Design] er achter. [Design] betekent dat dit de design mode is. Bij Form1 hoort ook nog daadwerkelijke C# code!
3. Ontwerp/werkvenster
In dit deel staat het bestand waar momenteel in wordt gewerkt. Nu staat er Form1.cs [Design]; dus de designer modus. Later als we code gaan bewerken zal dit deel ook het code venster zijn.
4. Projectverkenner
In de projectverkenner kan je zoeken tussen alle bestanden en resources die je programma heeft. Er staat meer dan dat je aanvankelijk nodig hebt. Later daar meer over.
5. Eigenschappen
In dit paneel bewerk je de eigenschappen van een Control. Bijvoorbeeld: als je een button geplaatst hebt en aanklikt kan je hier de breedte, locatie, tekst, naam, kleur, font, enzovoort aanpassen. Later hier meer over.
6. Compileer/Debug knop
Met deze knop kan je het programma compileren en debuggen. Compileren wilt zeggen dat de broncode wordt omgezet naar uitvoerbare computer taal. Het debuggen wilt zeggen dat het programma in test modus wordt opgezet. Er kan dan nog worden bekeken hoe de interne werking functioneert.

Boven de panelen 1, 4 en 5 zul je ook 3 icoontjes rechtsboven in kunnen zien. Het pijltje naar beneden geeft aan hoe dit paneel zich moet gedragen (of het als een venster moet zweven, of het in de zijbalken moet zijn geintergreerd etc.). Het pinnetje geeft aan of paneel automatisch moet inklappen. Er zal dan een tabblad beschikbaar komen waar mee het paneel weer kan worden uitgeklapt.

Dit is handig zodat de meeste hoeveelheid scherm voor je werk over blijft. Het kruisje geeft natuurlijk aan om het te sluiten. Mocht je perongeluk een belangrijk paneel hebben gesloten (of hij stond er eerst nog niet), dan kan je die terugvinden door bij View of Beeld te klikken en dan te selecteren.